In Moddergat staan op de zeedijk zeventien gedenkstenen met daarop de namen van de 83 vissers die in de nacht van 5 op 6 maart 1883 verdronken, toen een zware storm zeventien vissersschepen naar de kelder joeg. De tragedie beroofde het dubbeldorp Paesens-Moddergat in één klap van vrijwel al zijn huisvaders en oudere jongens. Alle gezinnen vervielen in diepe armoede. Afgaande op die verstrekkende gevolgen voor een hele gemeenschap is het een van de ergste rampen in de geschiedenis van de Nederlandse zeevisserij.
Slechts een van de opvarenden ontsnapte aan de dood. Het was Gerben Basteleur. In het omgeslagen wrak van de Nooit Gedacht spoelde hij aan op Schiermonnikoog. Kort daarna ging Gerben weer ter visvangst en deed een lugubere ontdekking. Bij het binnenhalen van de netten vond hij tussen de vis het lijk van zijn broer.
In Moddergat houden vijf woninkjes, die samen het Museum 't Fiskershúske vormen, de herinneringen aan de rampnacht levend. Ook het keiharde bestaan van de kustvissers en hun families anno 1850 wordt in beeld gebracht. Dat gebeurt aan de hand van vistuig, scheepsmodellen, kostuums, maquettes, een diorama van de redding van Gerben Basteleur en compleet ingerichte huisjes. 't Fiskershúske is een museumpje vol dramatiek, om diep ontroerd in rond te dwalen, terwijl buiten de wind een requiem fluit.
