De vondst was een geluk bij een ongeluk. Tijdens de restauratie van de Grote Kerk van Elst, die in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd raakte, stuitten archeologen onder het schip en het koor op restanten van heidense offerplaatsen en twee Romeinse tempels.
De vondst onder de gotische kerk van Elst is uniek, omdat men voor de eerste maal in Nederland voor het feit kwam te staan dat een christelijke kerk is gebouwd op de plaats van een heidens heiligdom en omdat het terrein van de huidige kerk gedurende een tijdvak van meer dan tweeduizend jaar voor godsdienstige doeleinden is gebruikt. De oudste sporen bestonden uit beenderen van geofferde dieren en enkele scherfjes van inheems Germaans aardewerk. De oudste van de twee Romeinse tempels die aan het licht kwamen, is hoogstwaarschijnlijk opgericht in de eerste eeuw na Christus.
Het is het oudste stenen bouwwerk van ons land. Archeologen vermoeden dat de tempel in de jaren 69/70 is verwoest tijdens de opstand van de Bataven onder leiding van Julius Civilis. Op de ruïnes verrees rond het jaar 79 een tweede, veel grotere Gallo-Romeinse tempel, een van de grootste in zijn soort. Dit heiligdom raakte in de 3de eeuw buiten gebruik. In de eerste helft van de 8ste eeuw bouwde de geloofsverkondiger Werenfried (een volgeling van Willibrord) een christelijk kerkje. Wellicht koos hij voor de voormalige heidense 'heilige plek' om de overwinning van het christendom op het heidendom te symboliseren. De tempelruïnes zijn te bezichtigen na afspraak met het Kerkelijk Bureau, Sint Maartenstraat 32b, 6661 DA Elst.