Welbevinden staat voor de mate waarin iemand zich lichamelijk, geestelijk en sociaal goed voelt. Welbevinden gaat dus over lekker in je vel zitten, maar ook over lichamelijk gezond zijn en tevreden zijn met je leven. Een goed of slecht welbevinden kan van invloed zijn op het dagelijks leven.
Een goed welbevinden op het werk en op school zorgt bijvoorbeeld voor betere resultaten. Voor het doorstaan van het dagelijks leven is een goed welbevinden dus belangrijk. Bij een goed geestelijk welbevinden kan men voor zichzelf zorgen, omgaan met de dagelijkse stress en is men productief en betrokken bij de gemeenschap. Zijn er mentale problemen, dan worden deze zaken beïnvloed. Per persoon kan de hoogte van het geestelijk welbevinden verschillen. Zo leven sommige mensen met bepaalde stoornissen, angsten of depressies, terwijl anderen geen mentale problemen hebben. De groep zonder problemen heeft een hoger welbevinden dan de groep met problemen. Het welbevinden kan dan verbeterd worden door de geestelijke gezondheid te vergroten. Bij het lichamelijk welbevinden gaat het erom of iemand zonder lichamelijke klachten kan leven. Ook hier zijn er verschillende maten van welbevinden te vinden. Mensen die ernstig ziek zijn hebben een minder goed welbevinden dan de mensen die een tijd met een gebroken been moeten leven. Het beïnvloedt de kwaliteit van het leven.
