De opzegverboden zorgen er voor dat de arbeidsovereenkomst van een werknemer wordt gerespecteerd gedurende een omstandigheid waar de werknemer weinig invloed op heeft.
Indien een bedrijf besluit een sollicitant aan te nemen, komt er in beginsel een arbeidsovereenkomst tot stand ingevolge artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek. Gedurende de werkzaamheden van een werknemer, kunnen er uiteraard verscheidene zaken voorvallen. Zo kan de werknemer bijvoorbeeld ziek worden, zwanger raken of kan er sprake zijn van de overgang van de onderneming doordat er sprake is van een fusie. In beginsel mag een werkgever te allen tijde de arbeidsovereenkomst van een werknemer opzeggen. Indien er geen dringende reden is voor de werkgever om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, zal de werknemer financieel gecompenseerd moeten worden. De werkgever mag de arbeidsovereenkomst van de werknemer echter niet opzeggen wanneer er sprake is van ziekte, zwangerschap of de overgang van een onderneming. Dit zijn enkele opzegverboden die staan omschreven in artikel 7:670 van het Burgerlijk Wetboek.
