HIV is een virus dat aids veroorzaakt. De volledige naam van het virus is Human Immunodefiency Virus.
HIV kan zich verspreiden door onbeschermd seksueel contact, bloed of moedermelk. Maar in de normale dagelijkse omgang is er eigenlijk geen risico op besmetting. Iemand kan dus niet met HIV besmet raken door iemand anders met HIV aan te raken. HIV breekt het afweersysteem van het lichaam af. Hierdoor krijgen virussen en infecties de kans om ernstige ziektes te veroorzaken.
Wanneer het afweersysteem voor een groot deel is afgebroken, spreekt met van de ziekte aids. Mensen die aan aids leiden, krijgen te kampen met zeldzame aandoeningen, waaraan zij uiteindelijk vaak overlijden. Vaak merkt iemand niet dat hij of zij met HIV besmet is. In het acute stadium kunnen er griepverschijnselen voorkomen. Na een tijd kunnen echter ernstige verschijnselen voorkomen, zoals de afbraak van het afweersysteem.
HIV kan door middel van laboratoriumonderzoek vastgesteld worden. Wanneer iemand inderdaad met HIV besmet is, kan hij of zij Hiv-remmers krijgen. Hiermee kunnen de ziekteverschijnselen en uiteindelijk aids in sommige gevallen worden voorkomen.
